vrijdag 16 november 2012

De donkere kamer van Damocles

De donkere kamer van Damocles

Waar gaat het over?

Ik denk dat het boek gaat over een man die foto's ontwikkelt, omdat dat altijd moet in een donkere kamer, omdat de foto's anders niet mooi worden.
En ik denk dat het een erg goed boek is vanwege de lofrede van Claudia de Breij.
Verder denk ik dat het een beetje een somber boek is dat gaat over een man die allerlei geheime dingen moet doen.
Verder denk ik ook dat de hoofdpersoon een beetje somber is en met een laag zelfbeeld omdat zoiets ook al staat in de lofrede van Claudia de Breij.
Ik denk ook dat het veel over de Tweede wereldoorlog gaat, omdat het zich in die tijd afspeelt.
Ook denk ik dat het een spannend boek is met veel actie.



Hoe denk ik erover na het eerste stuk te lezen?:
Nu ik het begin van het boek heb gelezen zijn mijn verwachtingen nog niet echt uitgekomen. In het eerste deel wordt beschreven hoe Henri leeft. Het is eigenlijk een heel saai leventje, totdat hij Dorbeck ontmoet. Dat veranderd zijn hele leven. Ik denk dat het boek nog veel spannender wordt, want mijn verwachtingen zijn hoog!
Nu ik het begin van het boek heb gelezen zijn mijn verwachtingen nog niet echt uitgekomen. In het eerste deel wordt beschreven hoe Henri leeft. Het is eigenlijk een heel saai leventje, totdat hij Dorbeck ontmoet. Dat veranderd zijn hele leven. Ik denk dat het boek nog veel spannender wordt, want mijn verwachtingen zijn hoog!


korte samenvatting:
Het boek De donkere kamer van Damocles was een roman die werd verfilmt in 1958. het is een boek die over de oorlog is gemaakt en verfilmt. de film heeft de naam 2 druppels. het heeft de naam 2 druppels water gekregen omdat de hoofdpersoon heel erg op elkaar lijken omdat het ook dezelfde persoon is.
het boek kan je nu ook nog op bol.com kopen voor €18,50.
geschreven door willem frederik.


De schrijver van het boek:
Het boek ‘De donkere kamer van Damokles’ is geschreven door Willem Frederik Hermans (W.F. Hermans). Hij was was een Nederlandse fysisch geograaf die vooral bekend is geworden als schrijver. Hij wordt met Gerard Reve en Harry Mulisch gerekend tot De Grote Drie, de drie belangrijkste naoorlogse Nederlandse auteurs.
W.F. Hermans is geboren op 
1 september 1921 in Amsterdam en overleden op 27 april 1995 in Utrecht. Hij groeide op in een Amsterdams onderwijzersgezin.
De zelfmoord van zijn zuster en een neef bij de inval van de Duitsers in mei 1940 betekende een schok voor hem. Deze traumatische ervaring en zijn gevoel van achterstelling en miskenning zijn waarschijnlijk van grote invloed geweest op de ontwikkeling van zijn schrijverschap. Het is in ieder geval een veelvuldig terugkerend thema in zijn werk. Verwijzingen naar de zelfmoord van zijn zus komen in twee romans duidelijk voor: in 
Ik heb altijd gelijk (1951) en in Herinneringen van een Engelbewaarder (1970). Ook in De donkere kamer van Damokles wordt verwezen naar zijn zus, het hoofdpersonage in het boek heeft namelijk een relatie met zijn nicht.
Hermans volgde zijn middelbare schoolopleiding aan hetBarlaeus Gymnasium te Amsterdam, in dezelfde klas als Reina Prinsen Geerlings. Op aandringen van zijn vader koos hij voor een studie sociale geografie die hij in september 1940 begon aan de Universiteit van Amsterdam (UvA), maar in 1941 stapte hij over op fysische geografie.
Op 9 april 1943 haalde hij zijn 
kandidaatsexamen. Hermans weigerde de loyaliteitsverklaring te tekenen en moest zijn studie daarom staken.
Hermans werkte na de Tweede Wereldoorlog mee aan verschillende literaire tijdschriften, onder meer aan
Criterium en Podium. Hierin werden delen van zijn eerste romans gepubliceerd die veel stof zouden doen opwaaien in het Nederlandse literaire wereldje en daarbuiten. Reeds tijdens de oorlog experimenteerde hij al veel met zijn drang tot schrijven. Hij trouwde op 4 juli 1950 met Emmy Meurs, een Surinaamse, met wie hij in 1955 een zoon kreeg (Ruprecht). In 1952 werd hij vervolgd wegens een passage in Ik heb altijd gelijk, die beledigend zou zijn voor het rooms-katholieke volksdeel. Er volgde echter vrijspraak, omdat het om een uitspraak van een romanpersonage ging en niet van Hermans zelf.

Hij promoveerde in 1955 cum laude en was van 1958-1973 lector in Groningen.
In 1953 werd hij benoemd aan de Rijksuniversiteit Groningen, aanvankelijk als assistent en later als Lector in de fysische geografie. Hermans promoveerde op 6 juli 1955 cum laude aan de Gemeente Universiteit op het proefschrift Description et genèse des dépôts meubles de surface et du relief de l'Oesling, over aardlagen in de Ösling (Luxemburg), met Gerard Reve en Oey Tjeng Sit als paranimfen. In Groningen werd Hermans naar eigen zeggen door zijn vakgroep voortdurend tegengewerkt. Hij kreeg niet het laboratorium waar hij om vroeg, mocht jarenlang alleen aan eerstejaars studenten college geven en kreeg geen gelegenheid tot het doen van veldonderzoek. In 1957 werd Hermans door de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945 gelauwerd met de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet. Hermans weigerde deze prijs aan te nemen.
Zijn tegenstanders meenden dat hij te weinig op het instituut verscheen en zijn colleges onvoldoende voorbereidde of bewust verstek liet gaan. Hoewel Hermans met het boek Erosie (1960) liet zien dat hij van een fysisch-geografisch onderwerp een zeer goed leesbaar verhaal kon maken, publiceerde hij na zijn promotie weinig meer in zijn vakgebied. Na beschuldigingen, van onder meer het toenmalig ARP-Tweede Kamerlid en de latere minister Jan de Koning, dat Hermans al zijn tijd aan het schrijven van bellettrie besteedde en daardoor niet aan zijn eigenlijke leeropdracht zou toekomen, werd een commissie ingesteld om deze kwestie te onderzoeken. Het onderzoek pleitte Hermans grotendeels vrij. Voor Hermans was de maat echter vol. Per 1 september 1973 nam hij ontslag. Het werd hem eervol verleend. Hermans vestigde zich als fulltime schrijver in Parijs. In Onder professoren, een ternauwernood verhulde sleutelroman, nam hij wraak op zijn oude tegenstanders en op het milieu dat hem had uitgestoten. Tussen Hermans en Groningen is het niet meer goed gekomen. Er volgden nog twee boeken waarin Hermans afrekent met de stad Groningen en de universiteit aldaar, namelijk Uit talloos veel miljoenen (1980) en Ruisend gruis (1995).

In de romans en verhalen van W.F. Hermans is de eerste zin vaak opmerkelijk: krachtig, intrigerend en verwijzend naar het hoofdthema. Hermans stelde zelf veel belang in de eerste zin van een roman of verhaal, ook bij andere schrijvers. 
Die van zijn meest gelezen roman De donkere kamer van Damokles:
...Dagenlang zwierf hij rond op zijn vlot, zonder drinken.
De eerste zin van Ik heb altijd gelijk, de roman die voor grote opschudding zorgde door de anti-katholieke passages:
"Omdat het vandaag de laatste dag is, zal ik je sparen."
De eerste zin van Nooit meer slapen is opmerkelijk door zijn beknoptheid en zeggingskracht:
"De portier is een invalide."

Het werk van Hermans kan worden onderverdeeld in:
  1. Realistische romans, verhalen en novellen
  2. Surrealistische romans, verhalen en novellen
  3. Essays en diverse artikelen: vaak sterk polemisch van aard
  4. Wetenschappelijk werk als fysisch geograaf
  5. Vertalingen: onder andere Ludwig Wittgensteins Tractatus Logico-Philosophicus (1975)
  6. Poëzie
  7. Toneelwerken
  8. Brieven.
Titelverklaring:
De donkere kamer verwijst naar een doka waar foto’s ontwikkelt worden. Foto’s spelen in dit verhaal een grote rol. De mensen die door Dorbeck naar Osewoudt worden gestuurd, hebben ter herkenning een foto bij zich die door Osewoudt is ontwikkeld. Als het ontwikkelen van de films welke Dorbeck aan Osewoudt heeft gegeven is mislukt, koopt Osewoudt een Leica fotocamera. Hij maakt zelf foto’s van militaire objecten. Verder moet een foto van Dorbeck en Osewoudt bewijzen dat Dorbeck echt bestaat. Toen de Leica camera was gevonden bleek de foto niet op het filmpje te staan. De kamer waar de foto was gemaakt was te donker. De camera had geen flitser.
Damokles werkte voor een tiran en mocht een dag koning zijn. Boven zijn hoofd hing een zwaard van Damokles aan een paardenhaar. Zo leerde hij dat er boven het hoofd van een staatshoofd altijd dreiging hangt. Net als de dreiging die boven het hoofd van Osewoudt hangt.

Lofrede door bo ballering:
Willem Frederik Hermans heeft met de donkere kamer van damokles bewezen hoe goed hij een oorlogsboek kan schrijven. Dit boek wordt beschouwd als een van de oorlogsboeken in de wereld. De donkere kamer van damokles wordt veel gelezen door de jeugd, en hij wordt ook veel aangeraden door bekende mensen. Het verhaal toont een heel ander beeld van het Nederlandse verzet gedurende de tweedewereldoorlog, dan gebruikelijk was in die tijd. Het verzet wordt door hem neergezet als een stel die verzetsdaden uitvoeren.

Osewoudt is een man die nogal verlangt naar wat te kunnen betekenen voor zijn land in de oorlog. Hij uit dit door zijn perfecte kopie Dorbeck te helpen in wat hij hem voor legt te doen. Deze opdrachten beginnen met een filmpje te ontwikkelen maar lopen uit tot op gegeven moment zelfs moorden plegen. Osewoudt voert de opdrachten uit die hem worden voorgelegd, zonder eerst na te denken of hij het werkelijk wilde doen. Ik vind het niet zo slim, als je zomaar alle acties uitvoert die je krijgt van mensen die je helemaal niet kent. Osewoudt was wel zo een persoon die dat altijd deed.

In de donkere kamer van Damokles is alles heel erg uitgewerkt. Alles wat er verteld wordt hangt met elkaar samen en dat zorgt ervoor dat je je er in wilt verdiepen. Alle namen die in het boek voorkomen blijven er ook in en daarom weet je goed wie wie is en wat hij/zij doet.

De leest de donkere kamer van Damokles niet heel snel uit, want er staan veel stukken in die je in verwarring brengen. Je weet niet goed of Osewoudt het echt meemaakt en of Dorbeck wel echt bestaat. Zulke dingen geven je veel verwarring, maar dat maakt het ook spannend en afwisselend. Tijdens het lezen vroeg ik me vaak af of zoiets wat daar beschreven werd wel mogelijk is. Steeds als je denkt: ja nu loopt het zo af, gebeurd er weer iets vreemds en lijd het weer voor verwarring.

De Donkere kamer van Damokles is een boek dat je eens gelezen hoort te hebben, omdat het een heel goed geschreven boek is en het heel leuk is.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten